De meeste Europese estuaria kennen een hoge connectiviteit en dus een graduele overgang tussen zout en zoet water. Sommige rivier- en kanaalmondingen worden echter afgesloten ter bescherming tegen overstromingen, vooral in de lager gelegen regio’s van Europa zoals Vlaanderen en Nederland. Deze aanpak leidde tot scherpe zoet-zout overgangen en het verdwijnen van een brakke getijdenzone.