Graslanden nemen in Vlaanderen ruw geschat een oppervlakte in van 26700 - 42900 ha en vormen daarmee de meest voorkomende biotoop. De overgrote meerderheid van die graslanden zijn uiterst soortenarme, sterk bemeste, vaak ingezaaide landbouwgraslanden. Een groot aantal graslandtypes is zeldzaam.
De biologische rijkdom van graslanden wordt in belangrijke mate bepaald door de omgevende structuren. Heel wat fauna-elementen die (een deel van) hun levenscyclus in graslanden leven, zijn in grote mate afhankelijk van de erin aanwezige of omringende kleine landschapselementen, zowel opgaande als niet opgaande structuren als mozaïekelementen van andere biotopen (vb. moeras, duin) en hun interacties daarmee. Blauwgraslanden, kalkgraslanden en kalkrijke duingraslanden zijn (bijzonder) rijk aan rode-lijst-plantensoorten. Droge en vochtige schrale graslanden zijn van groot belang voor rode-lijst vlinders.