Jaarlijks rapporteert het INBO over de toestand en de evolutie van de biologische diversiteit van onze grootste getijdenrivier.
Sinds 2015 zien we opmerkelijke veranderingen in de morfologie van de Boven-Zeeschelde. Waar in het verleden de slikplaten aan de binnenbochten tussen Temse en Dendermonde stelselmatig aanzandden, treedt nu integendeel erosie op. Dat komt door insnijdingen van de vloedstroming in de slikken. De sedimentatie- en erosieprocessen in de binnenbochten zijn dus tegengesteld aan de voorafgaande langjarige trend (2009-2015). In de buitenbochten zet de versteiling van de oevers zich echter voort.
De verhoogde stroomsnelheid van het water in de Boven-Zeeschelde kan, naast de sedimentatie- en erosie van de slikbodem, ook de algemene habitatkwaliteit van deze zone als leefgebied voor bodemdieren en als foerageergebied voor vogels en vissen beïnvloeden. Door een verhoogde hoeveelheid sediment in het water kan de algengroei verminderen. Dit kan dan weer gevolgen hebben voor het volledige voedselweb.
De oorzaak van de verhoogde waterdynamiek kunnen we niet ondubbelzinnig duiden. De derde verruiming van de Westerschelde en de Zeeschelde (2009-2010), het onderhoud van beide delen van de Schelde, zandwinning, de uitruiming van de Durme en van de Schelde nabij Gent zijn mogelijke oorzaken, maar ook de langjarige getijcyclus, de algemene zeespiegelstijging en wijzigingen in de bovenafvoer (bepaald door neerslag en regeling van de sluizen) kunnen veranderingen in stroompatronen en verhoging van het lokale vloedvolume veroorzaken.
In welke mate de verhoogde waterdynamiek zich voortzet en wat de invloed daarvan is op de vegetaties en de diersoorten langs de Schelde, moet verder onderzoek uitwijzen.
Gunther Van Ryckegem, Alexander Van Braeckel
Sterke morfologische veranderingen in Boven-Zeeschelde. Foto's vanuit vast positie ter hoogte van 'De Plaat' te Driegoten. Situatie maart 2016 en situatie maart 2017