Onderzoek & resultaten

Invasieve soorten

Invasieve uitheemse soorten hebben vaak een negatieve invloed op de mens en zijn omgeving.Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) staat in Vlaanderen in voor de preventie van introductie en verspreiding van soorten, het beheer van gevestigde soorten, en de rapportering hierover. Het INBO coördineert de opvolging van de toestand van (potentieel) invasieve soorten en ondersteunt het ANB.

Meer en meer soorten bereiken Vlaanderen. Er is weinig kennis over hun impact op onze biodiversiteit en onze maatschappij, en over de specifieke aanpak die nodig is. Hierdoor wordt de taak voor INBO alsmaar groter. Daarom zetten wij prioritair in op soorten waarover al kennis beschikbaar is, zoals vogels, carnivoren, planten en insecten. Toch willen we ook meer aandacht geven aan soorten die in het water voorkomen. Daarbij gebruiken we nieuwe detectietechnieken zoals eDNA, in nauwe samenwerking met de Vlaamse Milieumaatschappij.

Binnen dit thema zijn er vijf belangrijke pijlers.

  1. ‘Monitoring, surveillance en open data’: Dit zijn alle acties om introducties te detecteren, de verspreiding op te volgen en de data toegankelijk te maken. Lidstaten van de Europese Unie ontwikkelen hiervoor toezichtsystemen. Ze omvatten gebiedsdekkende monitoring en gerichte surveillance, die beperkt is tot risicogebieden. INBO ontwikkelt hiervoor een monitoringskader en -methoden en deelt zijn kennis met de andere actoren. Het portaal Invasive Alien Species28 verzekert de ontsluiting van data over invasieve uitheemse soorten in België. Elke soort heeft een specifieke aanpak nodig. Dat bewijst Vespawatch29, een citizen science project over Aziatische hoornaar.
    Het INBO neemt de coördinatie op zich in Vlaanderen: we voeden het portaal met data, kennis en informatie, die we zelf verzamelen of in samenwerking met externe actoren, en we optimaliseren de datastromen. INBO rapporteert naar Europa over de verspreiding van invasieve soorten.
  2. Risicobeheer en beheerevaluatie  heeft ook een hoge prioriteit. Beheerders hebben nood aan haalbare en zinvolle beheermaatregelen, die wetenschappelijk onderbouwd zijn. Soortenbeheer is maatwerk maar moet ook de context van het ecosysteem meenemen. INBO integreert de kennis via een scenario-aanpak, gebaseerd op eenduidige doelstellingen, een rigoureuze beheermonitoring, en afstemming op de verwachtingen van de verschillende belanghebbenden. Kennis over de effectiviteit van beheermaatregelen wordt uitgewisseld in netwerken waarin beheer, beleid en wetenschap zijn vertegenwoordigd.
  3. Impact- en risicoanalyse, is nauw verbonden met de twee voorgaande pijlers. Hierbij gaat het om het detecteren van trends en het voorspellen van welke soorten we in België de komende 10 jaar kunnen verwachten en welke impact ze zullen hebben. Het INBO vult deze pijler in via ad hoc adviesverlening op basis van kennisintegratie.
  4. Diepgaand systeemgericht onderzoek naar de weerbaarheid van ecosystemen. Hiervoor kijken we naar samenwerking met universiteiten (bv. doctoraatsonderzoek).
  5. Voor het aspect human dimensions van biologische invasies zetten we in op samenwerking met externen.